Omdat de diktemeter is aangesloten op een PLC, worden er diverse storingen weergegeven. Veel voorkomende fouten zijn als volgt. Afhankelijk van de verschillende situaties kunnen overeenkomstige behandelingen worden uitgevoerd om fouten op tijd te elimineren.



1) Meetfout diktemeter

een. Opnieuw meten op het verkeerde punt: Bij veel stroken is de dikte van de zijkanten verschillend. Als de dikte wordt gecontroleerd, moet deze op gelijke afstand van de rand worden gecontroleerd als een meetsensor.

b. Vuile sensor: Vuile sensoren sluiten soms niet volledig. Als de diktemeter automatisch op “0” wordt ingesteld, wordt de waarde van de open sensor per ongeluk op “0” ingesteld en geeft de volgende meetwaarde een laag niveau aan (onder 0) en wordt de strip te dik gerold. ——De sensor moet schoon zijn en de drukkop moet gemakkelijk in en uit te kantelen zijn. ——Reinig regelmatig.

c. De sensor is te strak vastgeklemd: Als de klem op het C-vormige frame is vastgeklemd, controleer dan of de geleidestang recht is en voer de juiste aanpassingen uit. ———Maak de klem los en zet hem weer vast, maar niet te strak of te los.

d. Het nulpunt is instabiel: Als de meetstaaf bij het vastklemmen in de geleidestaaf niet stevig genoeg is vastgeklemd, zal de meetstaaf van de geleidestaaf af bewegen. Dan zijn de aangegeven waarden fout, ook al is de symmetrie correct. ——Controleren en vastdraaien.

e. Langdurige nulpuntdrift: De ingebouwde verwarming verwarmt de gehele diktemeter, zodat de temperatuur niet verandert bij wel of niet meten. De temperatuurregeling kan alleen zo worden afgesteld dat deze diktemeter altijd dezelfde temperatuur behoudt, ongeacht of deze van de strip wordt gehaald of na langere tijd buiten gebruik gaat meten. Temperatuurveranderingen mogen niet hoger zijn dan 2°C. ———Controleer de verwarming.

f. Korte termijn drift van het nulpunt: Na de meting past het achterste deel van de diktemeter zich onmiddellijk terug naar de standaard nulpositie zonder deze naar a0 te duwen, en wordt dan zichtbaar. Als de weergegeven waarde naar “+” of “-” beweegt, werkt de koeling van de diamantkop niet. ——Controleer of het kleine luchtpijpje gebogen is en of het mondstuk op de diamantkop is aangesloten. Het koelsysteem bij het drukventiel in het plenum kan worden bijgesteld (druk verhogen als de display naar “-” gaat, druk verlagen als de display naar “+” beweegt).

g. De weergegeven waarde is te laag: Als de sensoren in het C-frame niet strak genoeg zijn vastgeklemd, gaan ze in de spantang bewegen en is de indicatie bij het controleren van het nulpunt verkeerd. ——De boorkop is te hard, vervang deze.

h. Indicatiefout: Als de fijne naald van de micrometer beschadigd is, is de standaard maatinstelling onjuist. ———Vervang beschadigde micrometers, omdat de fijne naald niet kan worden gerepareerd of vervangen.

ik. Foutmelding: Als een nieuw onderdeel in gebruik wordt genomen, moet de symmetrie ervan worden gecontroleerd. Dit kan worden gedaan door de bovenste en onderste sensoren naar boven of naar beneden te bewegen. Als het display op dit moment geen “0” weergeeft, is dit onjuist. ———Pas de symmetrie aan en controleer deze bij het vervangen van de hoofdonderdelen.

j. De aangegeven waarde is te hoog: Nadat de strip breekt of het uiteinde van de strip door de diktemeter is gegaan, kan het C-frame verbogen zijn en is de aangegeven waarde te hoog. ——Controleren en aanpassen.

k. Als al het andere in orde is, maar de instructies nog steeds verkeerd zijn. ——Controleer of de gaten in de twee C-vormige frames in een rechte lijn liggen.

l. Foutindicatie: De geleidestang die de sensor erboven ondersteunt, moet zo worden afgesteld dat deze absoluut recht en evenwijdig is. Als ze verbogen of verkeerd afgesteld zijn, zullen de meetresultaten verkeerd zijn.

2) Krassen op het materiaal a) De boor is gebroken:

een. Soms worden de diamantkoppen tegen elkaar geslagen, waardoor bijna onzichtbare ringvormige scheuren ontstaan. Dergelijke scheuren laten krassen achter op de strip. Bij stripbreuk kan de diamantpunt van het meetuiteinde splijten. ——Vervang de meetkop.

b. Verkeerde afstelling van de kop van de diktemeter: Als de kop van de diktemeter niet parallel aan de vorm van de strip wordt afgesteld, zal slechts één uiteinde van de geleidingsrol in contact komen met de strip, wat krassen achterlaat. ———Stel het ophangsysteem correct af.

c. Slijtage diamantkop: Als de diamantkop gebogen is, is de meting alleen correct. Als de diamantkop anders plat en versleten is, kan dit gemakkelijk meetfouten veroorzaken en zelfs krassen op de strip achterlaten.

Similar Posts